
Alfons Vercammen en Wereldoorlog I
Tekst: Jaak Van Baelen
Fons Vercammen werkte vóór de oorlog 14–18 bij de Belgische Spoorwegen. Waarschijnlijk is hij na 15 augustus 1914 gevlucht naar Frankrijk. Spoormannen werden te werk gesteld bij de Franse spoorwegen. De Franse spoorweg creëerde een grote afzetmarkt voor Belgische spoormannen, omdat de Franse spoorwegen 14.000 van haar personeelsleden naar het Franse Leger zagen overgeheveld
Op langere termijn werden de spoormannen bijna allemaal teruggehaald door de Belgische Spoorwegen en aan het werk gezet in Engeland en Frankrijk, want vrij snel echter voelde niet alleen het leger maar ook de spoorweg de nood aan personeel. De vraag naar vervoerdiensten steeg en het materieel moet onderhouden worden.
Een deel van de locomotieven, rijtuigen en wagens werd tijdens de oorlogsjaren zowel gebruikt voor oorlogsdoeleinden (bevoorrading) als voor civiel verkeer in Frankrijk, Nederland en Italië. In 1915 stonden 1710 locomotieven er nog verspreid over 50 verschillende stelplaatsen. Vervolgens werden er drie belangrijke brigades voor de stelplaatsen in Frankrijk gevormd: Abancourt (Chemin de fer du Nord), in Médizon en Caen (Chemin de Fer de l’Etat) en in Tours (Compagnie du Chemin de fer Paris Orléans). Daarna werd beslist om 1 centrale stelplaats te Oissel in Frankrijk aan te houden.
Binnen de krijtlijnen die de internationale transportcommissie uittekende, ontwikkelde zich in het Belgisch leger gaandeweg een structuur die de werking van het spoorwegbataillon moest verbeteren. In navolging van de Franse organisatie werden ‘sections de chemin de fer de campagne’ (SCFC) samengesteld. Een sectie bestond uit een afdeling exploitatie, een afdeling sporen en spoorwerken en een afdeling tractie en materieel. Zij werden bemand met spoorwegpersoneel. Alleen vrijwilligers kwamen daarvoor in aanmerking. Ze zouden niet in de vuurlijn worden opgesteld en kregen ook geen militair uniform. In tegenstelling met Frankrijk en Engeland waar de spoorwegorganisaties volledig gemilitariseerd waren, bleef de Belgische ‘section’ in essentie een burgerlijke organisatie. Pas in december 1917 werden de Belgische SCFC’s gemilitariseerd.
In het dossier van Fons Vercammen in de bundel (603 55 26 – 603 55 47) in het legermuseum steekt er een brief van 10 augustus 1916 gericht aan de Heer Berger, Ingénieur en chef-chef du service Traction en Materiel des chemins de Fer de compagne à La Panne.
![]() Brief aan Mr. Berger |
Daarin lezen we ‘le recrutement d’agents au courant de la machine à
écrire est extremement difficile. Monsieur Vercammen n’est pas un professionel
mais il possède des notions suffisantes qui lui permettront de rendre des
services dans un delai tres court’ en in de dezelfde brief werd vermeld dat hij
‘est actuellement à l’etat France et sera disponible dans quelques jours’. Fons
Vercammen gaat, mijn inziens, dan in de dienst van S.C.F.C. en behoorde tot de
sectie tractie en materieel.
Hij kreeg als titel: agent secondaire à la S.C.F.C. milicien - contingents général 1916.
![]() Vrijwilliger veldleger |
Als de S.C.F.C. in december 1917 gemilitariseerd werd, ondertekende Fons Vercammen op 13 januari 1918 het document ‘vrijwillige onderschrijving voor de aanneming in de ploegen der Ijzerenwegen bij het veldleger’. Hij had dan als ‘tegenwoordig adres’ Avenue Brézin nr 17 te Garches (Seine et Oise).
Op 8 maart 1918 werd hij gemuteerd naar de 1ste Brigade Traction et Materiel in Adinkerke. Op 15 mei 1919 werd hij gedemobiliseerd.
Metje was reeds moeder van Odette (Moemoe, ° Borgerhout 20 februari 1911), toen zij Alfons Vercammen (onze Pa) ontmoette. Volgens Taja gebeurde dat in Antwerpen voor de oorlog, volgens Moemoe ontmoetten zij elkaar in Tours in het begin van WO I.
Alfons werd
geboren in Mechelen, op 16 juli 1886. Hij was reeds voor de oorlog in dienst
van de Belgische spoorwegen.
![]() Huwelijksakte Alfons en Metje |
Hij en Metje huwden in Tours op 13 juni 1916. Volgens de huwelijksakte verbleven Metje en moemoe en Fons Vercammen in 7, rue Raspail in Tours; hetzelfde adres als de fam. Treton-Bruneau. Door hun huwelijk werd Moemoe gewettigd en heette van dan af Vercammen. Fons Vercammen werkte tot ongeveer 10 augustus 1916 in dienst van de Franse Staat. Daarna ging hij in dienst van ‘Sections de Chemin de Fer de Campagne’ (S.C.F.C.), een Belgische burgerlijke organisatie die de Belgische ‘spoorwegen’ beheerden en exploiteerden.
Is ‘Madame Trodon’ dezelfde als Mevr. Treton – Bruneau en verhuisde zij van Tours naar Ballan? De klanken van beide namen lijken verduiveld goed op mekaar, niet?
Op 10 april 1917
werd Raymond (Nonkel Raymond) geboren in Tours.
In de geboorteakte lezen we dat zij toen woonden in Tours, Blaise Pascal, 33. Bij de aangifte waren
aanwezig vader Alfons in bijzijn van Ayelin Saint-Maux en Louis Van Geersberghen, beiden spoorwegbedienden.
Van Geersberghen wordt beschreven als 'cousin de l’enfant' en woonde op hetzelfde adres als
Alfons en Metje.
Op 13 januari 1918 ondertekende Fons Vercammen het document ‘vrijwillige onderschrijving voor de aanneming in de ploegen der Ijzerenwegen bij het veldleger’. Hij had dan als ‘tegenwoordig adres’ Avenue Brézin nr 17 te Garches (Seine et Oise).
![]() Inschrijvingsbewijs veldleger |
Volgens ons moemoe verhuisden ze naar Garches ten oosten van Parijs. 'Onze Pa' werkte er als 'Commis d'ordre aux chemin de fer de l' Etat Belge'.
![]() Terugbetaling |
In het legerdossier van Fons Vercammen steekt een brief van 29 november 1918 waarin hij Monsieur Berger aanschreef voor de terugbetaling van de kosten ten bedrage van 126,5 (munteenheid ontbreekt BF of FF) die hij gemaakt had voor de transfert van Joué-les-Tours naar Adinkerke voor Metje en zijn 2 kinderen en de verzending van de bagage van Ballan naar Ghijvelde (Ghijvelde grenst aan Adinkerke, maar ligt in Frankrijk).
Moemoe herinnerde zich nog dat zij woonde in Ballan en naar de kleuterschool
ging in Joué-les-Tours.
Moemoe beweerde dat ze inwoonden bij Madame Trodon, Opmerkelijk is dat Alfons Vercammen en Metje, volgens
de huwelijksakte, inwoonden bij de Familie Treton – Bruneau, 7, rue Raspail in Tours. Ons moemoe zei dat
ze tijdens de oorlog inwoonde bij Mevr. Trodon in Ballan.
Is ‘Madame Trodon’ dezelfde als Mevr. Treton – Bruneau? De klanken van beide namen lijken verduiveld
goed op mekaar, niet? Verhuisde Mevr. Treton van Tours naar Ballan of verwarde Moemoe Tours met Ballan?
Op 13 december 1918 schreef hij weer een brief naar zijn overste, Mr Berger, om getransfereerd te worden van Adinkerke naar het depot in Muysen of naar Antwerpen-zuid. Deze transfert zou hem toelaten om zijn moeder te assisteren in de winkel en te vertoeven bij de familie. Deze vraag werd hem toen geweigerd omdat de dienst dat niet toeliet. Nochtans werd de familie Vercammen – Van de Velde op 13 december 1918 ingeschreven in het bevolkingsregister van Borgerhout in de Goedendagstraat 20, waar ook de ouders van Metje woonden.
Op 18 juli 1921 werden Metje, A. Vercammen, Moemoe en Raymond ingeschreven in Mechelen, Schutterssvest 48 (nu is dat het huisnummer 50).
Alfons Vercammen werkte in de 'Engelse Winkel' of de stelplaats van de NMBS langs de Leuvensesteenweg te Muizen als bureeloverste.
Moemoe noemde Alfons Vercammen 'onze Pa' en getuigde dat hij heel goed voor haar zorgde. Zij was hem dankbaar dat hij haar geadopteerd heeft.
Alfons Vercammen en Metje huwden op 13 juni 1916 in Tours.
In de huwelijksakte van Metje en Alfons Vercammen, (Tours, 13 juni 1916), lezen we de woonplaatsen en beroepen van Alfons Vercammen, van Metje en hun getuigen:
- Alfons Vercammen: commis d’ordre aux chemins de fer de l’Etat Belge, domicilié à Malines, résidant à Tours, rue Raspail, N° 7;
- Rosa Augusta Van de Velde (Metje): sans profession, domiciliée à Borgerhout, résidant à Tours, rue Raspail, N° 7.
Hun getuigen waren:
- Bruno Stèle, 34 jaar, commis aux chemin de fer de l’Etat Belge, actuellement 55, rue du Hallebardier à Tours;
- Alidor Ernotte, 31 jaar, Chef de section au chemin de fer de l’Etat Belge, actuellement 7, rue de Viala à Tours;
- Félicie Bruneau, vingt six ans, sans profession, Epouse de Jacques TRETON, 7, rue Raspail à Tours;
- Jeanne Savy, 27 jaar, Epouse de Ludovic Ollard, 29, rue du Général Renault à Tours.
In Tours, een belangrijke stelplaats voor het spoortransport, verbleven blijkbaar tijdens de oorlog meerdere Belgische spoormannen waaronder Alfons Vercammen, Bruno Stèle en Alidor Ernotte en Louis Van Geersberghen.
1. Tours: rue Raspail (vermeld in huwelijksakte)
2. Tours: rue Blaise Pascal (vermeld in geboorteakte Raymond Vercammen)
3. Garches: Avenue Brézin (vermeld in legerdossier als vrijwilliger)
4. Balan (vermeld in legerdossier)
5. Adinkerke (vermeld in legerdosssier)
6. Borgerhout: goedendagstraat
7. Mechelen: schuttersvest
Bibliografie:
. Paul Van Heesvelde, Michelangelo Van Meerten, Paul Pastiels, Bart Van der Herten, Bestemming Front, spoorwegen in België tijdens de grote oorlog. uitgeverij Lannoo Tielt,2014.
. Bart Van der Herten, Michelangelo Van Meerten, Greta Verbeurgt, Sporen in België, 175 jaar spoorwegen 75 jaar NMBS, Universitaire Pers Leuven, 2001.
. Dominique Van Rentergem, Nog altijd even rijk, Een verhaal van Fons Slaets en Nelly van Loon 1882 – 1937, private uitgave.
. Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Jubelpark, Brussel. Dossier 6035526-6035547, A. Vercammen, 16 juli 1886.
Hove, 21 juli 2020